Читаем и учим нидерландский.  


Окончания сказки. Roodkapje.
Вы можете прослушать сказку на сайте:

http://www.wonderlijkewcweb.org/index.htm?http&&&www.wonderlijkewcweb.org/sprookjeslps/indexmusic.htm


Er was eens een klein meisje dat altijd een rood kapje op haar hoofd droeg. Vandaar dat haar naam ook ''Roodkapje'' was. Op een dag vroeg Moeder aan Roodkapje of zij haar zieke Grootmoeder die diep in het bos woonde, een mandje vol met lekkernijen wilde brengen. De grootmoeder was namelijk ziek en van dat lekkers zou ze vast snel weer beter worden. Roodkapje hield erg veel van haar Grootmoeder en dus wilde ze het natuurlijk meteen gaan doen. Maar, zo drukte Moeder Roodkapje bezorgd op het hart, op weg naar Grootmoeder moest Roodkapje wel netjes op het pad blijven, want stel je voor dat ze zou vallen!

Onderweg besloot Roodkapje om een paar mooie bloempjes te plukken voor haar lieve Grootmoeder, en terwijl ze haar bloempjes plukte in het grote bos kwam Roodkapje de Boze Wolf tegen. De wolf vertelde Roodkapje dat er een eind verderop in het bos nog veel meer mooie bloemen waren en dat ze daar maar eens moest gaan kijken. Roodkapje gaf gehoor aan de tip van de wolf, en dook verder het bos in. De wolf rook zijn kansen op een mals hapje, ging meteen naar het huisje van Grootmoeder en deed daar net alsof hij Roodkapje was die bij de oma op bezoek kwam.
De snodaerd peuzelde de arme oma met huid en haar op, trok haar kleren aan en ging in haar bed liggen. Toen Roodkapje met enige vertraging bij het huisje aan kwam, had meisje niet in de gaten dat het de Boze Wolf was die in Grootmoeders bed lag. Na wat bekende vragen over haar uiterlijk kwam Roodkapje erachter dat het haar Grootmoeder helemaal niet was, maar de Grote Boze Wolf! In enkele seconden vrat de Wolf ook haar op.

Na deze malse boutjes ging de Wolf een tukje doen, maar hij snurkte zo hard, dat de Jager, die buiten voorbij liep, het hoorde. Hij ging Grootmoeders huisje binnen en zag de Wolf liggen. De Jager bevrijdde Roodkapje en Grootmoeder door de buik van de Wolf open te snijden. Samen deden zij een stel grote stenen in de buik van de Wolf, zodat hij zou verdrinken als hij water zou gaan drinken. Toen de Wolf wakker werd voelde hij zich niet echt lekker en had een ontzettende dorst. Toen hij buiten uit de put wilde gaan drinken, rolden alle stenen in zijn maag naar voren en slingerde hij met een plons in de diepe put! En niemand heeft ooit meer last gehad van de Wolf...




Na deze malse boutjes (нежные косточки)
ging de Wolf een tukje doen ( прикорнул)
maar hij snurkte zo hard( сильно храпел)
dat de Jager( охотник)
die buiten voorbij liep ( шел снаружи)
het hoorde ( это услышал)
Hij ging Grootmoeders huisje binnen ( зашел в дом бабушки)
en zag de Wolf liggen ( увидел лежащего волка) De Jager bevrijdde Roodkapje ( освободил Красную Шапочку)
en Grootmoeder ( бабушку)
door de buik van de Wolf open te snijden ( разрезав живот волка).
Samen deden zij een stel grote stenen in de buik van de Wolf ( вместе наложили они большие камни в живот волка)
zodat hij zou verdrinken ( чтобы он утонул)
als hij water zou gaan drinken ( если пойдет пить воду)
Toen de Wolf wakker werd ( проснулся)
voelde hij zich niet echt lekker ( не чувствовал он себя хорошо)
en had een ontzettende dorst ( испытывал огромную жажду)
Toen hij buiten uit de put ( uitputten- измучить)rolden ( rollen- катиться)
maag ( желудок)
naar voren ( вперед)
en slingerde ( толкнули)
een plons ( всплеск)
in de diepe put ( глубокий колодец)
En niemand ( никто)
ooit ( когда-нибудь)
meer last ( вред)
gehad ( имел)
van de Wolf ( от волка)...

Модальные глаголы.
Moeten (быть должным), kunnen (мочь, быть способным к), willen (хотеть), и mogen (мочь, иметь разрешение) называются модальными глаголами. Они спрягаются следующим образом:

Глагол zullen выражает будущее время и может также служить как модальный глагол.

Moeten
Kunnen
Willen
Mogen
Zullen

Ik
moet/moest
kan/kon
wil/wilde
mag/mocht
zal/zou

Jij
moet
kan
wil
mag
zal

Hij
moet
kan
wil
mag
zal

Wij
moeten (moesten)
kunnen (konden)
willen (wilden)
mogen (mochten)
zullen (zouden)

Jullie
moeten
kunnen
willen
mogen
zullen

Zij
moeten
kunnen
willen
mogen
zullen


Если модальный или другой вспомогательный глагол используется в предложении, этот глагол занимает место основного глагола как смыслового глагола в предложении (обычно на второй позиции после подлежащего), а основной глагол при этом становится в конце предложения в неопределенной форме.

Пример: De familie gaat in de zomer naar Nederland.
De familie wil in de zomer naar Nederland gaan.

Ik rijd met de auto van mijn vader.
Ik mag met de auto van mijn vader rijden.



Упражнение 53.

a. Замените основные глаголы вспомогательными, данными в круглых скобках и b. перепишите предложения в прошедшем времени.

Mnr. Van Dam werkt vandaag. (moeten)
Hannie bezoekt haar vriendin. (willen)
Zij praten uren lang over jongens. (kunnen)
De student leest veel boeken. (moeten)
Zij blijft niet thuis. (mogen)
Wim en zijn vriend gaan naar Engeland. (willen)
Jij praat niet veel met je neef. (zullen)
Wij studeren zaterdags niet. (willen)
Zij zien veel van Nederland en Belgie. (zullen)
Cor gebruikt de auto van mnr. Van Dam. (kunnen)
Als je hier woont, heb je veel geld. (willen, moeten)
Wim leent de auto van vader zodra hij rijdt. (mogen, kunnen)
Ik versta je niet goed. (kunnen)
Als je vroeg (early) komt, ga je mee. (willen, mogen)
Wim leert Frans want hij gaat naar Parijs. (moeten, willen)
Vandaag hebben wij geen huiswerk. (willen)
Als de Amerikaanse familie hier is, praat ik veel Engels (moeten).
Aangezien hij in Amerika woont, betaalt hij alles. (kunnen)
Terwijl de vrouwen wandelen, doen de mannen de afwas (dishes). (kunnen)
Omdat je me zo goed geholpen hebt, ga je vanavond naar de film. (mogen)
Ik rijd niet in zo''n (such a) grote auto. (kunnen)
Zij zegt dat zij vanmiddag niet veel eet. (willen)
In Nederland rijdt je niet voor je eenentwintig bent. (mogen)
Iemand (someone) klopt aan de deur. Wie is dat? (kunnen)
Het werkwoord staat altijd voor of achter het onderwerp (subject). (moeten)
Nieuwe woorden:

Europa - Европа

De Provincie - область

Het plan - план

Het rijbewijs - водительское удостоверение

Graag - с удовольствием

Rijk - богатый; империя

Aardig - хороший

Nooit - никогда

Объектная форма местоимений:

Me, mij - меня Hij praat met меня. (Или mij)

Je, jou - Тебя, вас Hij praat met je. (Или jou)

Hem - его Hij praat met низ.

Haar - ее Hij praat met haar.

Ons - нас Hij praat met ons.

Jullie - Вас Hij praat met jullie.

Hun - их Hij praat met hun.

BEZOEK UIT AMERIKA.
Henk : Weet je wat Moeder zegt?
Wim : Nee, wat zegt ze?
Henk : Ze zegt dat we misschien bezoek uit Amerika krijgen.
Wim : Wanneer heeft ze dat gezegd?
Henk : Vanmorgen! Ze heeft een brief van haar broer in Michigan gehad.
Wim : Ik wist niet dat we familie in Amerika hadden!
Henk : Ja, ze heeft een broer in Michigan. Hij is getrouwd en ze hebben twee kinderen: een jongen van zestien en een meisje van veertien.
Wim : Hoe heten ze?
Henk : De jongen heet Jim en het meisje heet Jan.
Wim : Wanneer komen ze?
Henk : Ik weet het niet. Ik denk in de zomer, wanneer het warm is.
Wim : Wat willen ze in Nederland doen?
Henk : Ik weet het niet. Ik denk dat ze veel willen zien. De kinderen zijn nog nooit in Europa geweest.
Wim : We kunnen met ze naar Duitsland gaan.
Henk : Ja, maar ze moeten eerst veel van Nederland zien.
Wim : We kunnen naar onze familie in Friesland gaan.
Henk : Ja, en ik wil met Jim naar de stad gaan. Ik wil graag met hem naar het rijksmuseum.
Wim : Kunnen ze Nederlands verstaan?
Henk : Oom Cor kan natuurlijk alles verstaan maar de kinderen waarschijnlijk niet.
Wim : Ik kan Jan wat Nederlands leren. Ik hoop dat ze een beetje aardig is. (hopen - to hope)
Henk : Waarom alleen Jan? Waarom kan je het Jim niet leren?
Wim : O ja, dat kan ik ook doen.
Henk : We moeten veel plannen maken.
Wim : We mogen niet met Vaders auto rijden.
Henk : Waarom niet?
Wim : Je weet dat ik nog geen rijbewijs heb! Ik mag nog niet rijden.
Henk : Wanneer zal je je rijbewijs krijgen?
Wim : Zodra ik genoeg geld heb.
Henk : Misschien wil onze Amerikaanse familie dat betalen aangezien alle Amerikanen rijk zijn!


Упражнение 54.

Vertaal bovenstaande dialoog .

Упражнение 55.

Beantwoord volgende vragen:

Wat heeft Moeder aan Henk verteld?
Wist Wim dat al?
Wanneer heeft Moeder het verteld?
Hoe weet Moeder dat ze bezoek krijgen?
Waar woont Moeders broer?
Wanneer komt de Amerikaanse familie?
Waarom komen ze in de zomer?
Wat willen ze waarschijnlijk in Nederland doen?
Zijn Jim en Jan al in Nederland geweest?
Wil Wim met de familie naar Duitsland gaan?
Wil Henk ook met de familie naar Duitsland gaan?
Wat wil Henk in Amsterdam doen?
Kunnen de kinderen Nederlands verstaan?
Kan Oom Cor Nederlands verstaan?
Wil Wim Jan Nederlands leren?
Wil hij Jim ook Nederlands leren?
Waarom mag Wim niet met Vaders auto rijden?
Wanneer krijgt Wim zijn rijbewijs?
Wat denkt Henk van alle Amerikanen?
Wat moet de Amerikaanse familie betalen?
Zijn alle Amerikanen rijk?
Ben jij erg rijk?
Wil je graag rijk zijn?
Zul je erg rijk zijn?
Waarom denk je dat?

Ccылки на другие страницы, посвященные изучению нидерландского языка
Познакомься с сайтом с уроками нидерландского языка
НИДЕРЛАНДСКИЙ АНЕКДОТ.Помогает выучивать устойчивые фразы и словосочетания в непринужденной атмосфере смеха и шутки
произношение в нидерландском языке
АРТИКЛИ в нидерландском языке- или урок номер 3
Читаем и учим нидерландский- урок номер 4.
АМСТЕРДАМ.НИДЕРЛАНДСКИЙ ЯЗЫК.ГЛАГОЛЫ.НОВЫЕ СЛОВА.
Учим и читаем нидерландский- или урок номер 6
Учим и читаем нидерландский- или урок номер 7.
Учим и читаем нидерландский- или урок номер 8.
Как не умереть от безответной любви. И другие ответы на ваши вопросы.Духовная переписка.
Напишите мне


 
Hosted by uCoz